Poppen maken is een leuke hobby en het maken van een pop is elke keer weer bijzonder en elke keer weer anders. Ik heb me aangewend om steeds tijdens het maken als het ware aan de pop te vragen: Wie ben jij?
Dat doe ik niet om een direct antwoord van de pop te krijgen op die vraag, maar om mijn onbewuste te laten spreken en dat te volgen tijdens het maken. Het stellen van de vraag zorgt er zo voor dat ik de pop helemaal vanuit creativiteit en vanuit het doen kan vormgeven. Het houdt me weg bij het bedenken van de haarkleur, de kleur ogen enzovoort.
Nu maak ik gewoon. En steeds als het tijd is voor een nieuwe stap in het proces, kijk ik naar de pop. Welke kleur ogen komt er in me op? Welke kleur mond komt daar mooi bij uit? En wat voor haar zou haar leuk staan? Hoe wordt het kapsel? Welke kleuren staan leuk voor de kleren? Welke kleding past niet alleen qua kleur, maar ook qua model bij deze pop? Door deze manier van werken krijgt het poppenkind in kwestie steeds weer een ander en heel eigen karakter?
Grappig is misschien wel om te vermelden dat ik op deze manier vragen leerde stellen tijdens mijn opleiding tot vrijeschool juf. Om zo objectiever te leren kijken naar de kinderen. Het zorgt voor een open houding en daardoor is er alle ruimte om iets nieuws te ontdekken en te laten ontstaan. Ik houd erg van dat proces en soms levert het kleine wonderen op.