In de wereld van poppenmaaksters is Kathe Kruse een bekende naam. Toen Kathe Kruse zelf moeder werd en een pop voor haar dochter wilde kopen, stelde haar man voor dat ze er zelf een zou maken. Hij was er namelijk van overtuigd dat een harde porseleinen pop geen moederlijke gevoelens bij hun dochtertje zou kunnen oproepen.
Kathe ging daarom aan de slag om een pop te maken die beter geschikt was om moedertje mee te spelen. De eerste pop die Kathe maakte was er een van een handdoek die ze met zand vulde. Voor het hoofd gebruikte ze een aardappel die in stof gehuld was. Wie haar latere poppen kent weet dat ze een enorme ontwikkeling heeft doorgemaakt sinds die tijd.
Jaren later bezocht Kathe Munchen en daar kwam ze een kinderkopje van een Vlaamse beeldhouwer tegen. Het kopje inspireerde haar. In het begin maakte ze alleen poppen voor haar eigen kinderen. Maar toen ze in 1910 werd uitgenodigd om een tentoonstelling te geven, maakte ze voor die gelegenheid een serie poppen.
De poppen die ze maakte hadden een lieve, zachte uitstraling en ze waren zacht en onbreekbaar. Al snel ontstond er een enorme vraag naar deze poppen. Toen ze besloot ze in produktie te laten nemen was het resultaat zo teleurstellend dat ze als gevolg daarvan het huis verbouwde tot een atelier om de poppen in eigen beheer te kunnen maken.
Kathe Kruse overleed in 1968 op 84-jarige leeftijd. Het bedrijf was toen al overgenomen door haar dochter Hanne. In 1980 is het bedrijf overgegaan in handen van Andrea en Stephen Christenson, nadat het 80 jaar lang een familiebedrijf geweest was.
De laatste jaren zijn vooral de poppen in waldorf stijl van Kathe Kruse bekender geworden, maar er zijn heel verschillende poppen van dit merk. Wat ze allemaal gemeen hebben is een lieve en zachte uitstraling.
Voor mij als poppenmaakster zijn de poppen van Kathe Kruse een rijke bron van inspiratie.