We hebben allemaal weleens zo’n dag. Zo’n dag dat je met je verkeerde been uit bed stapt en niks het goed lijkt te kunnen maken. Zo’n dag dat je van de ene tegenslag in de andere valt.
Vanmorgen begon voor mij als zo’n dag. En wat wilde ik het graag anders. Er stonden allerlei dingen op het programma om te doen, en die ging ik dan ook doen. Maar op het moment dat er ruimte kwam besloot ik: ik ga handwerken! Ik ben naar boven gegaan waar mijn atelier is, en ben verder gegaan met het maken van de pop waarmee ik een poosje geleden begonnen was. En al snel daarna was ik gewoon lekker bezig. Alle ellende was van mijn schouders gegleden en ik voelde me dankbaar dat ik dit kan doen.
Voor mij is handwerken als een medicijn. En dan vooral het poppen maken. Hoe de vormen langzaam maar zeker in mijn handen ontstaan, hoe het gezichtje karakter krijgt wanneer ik de ogen en de mond borduur, hoe de persoonlijkheid van de pop zichtbaar wordt wanneer ze haartjes krijgt en hoe uiteindelijk een leuke set met kleren het geheel af maakt.
Ja, poppen maken doet iets wonderlijks met me. Ik hou ervan. Heel soms vergeet ik dat. Dan denk ik dat ik het eigenlijk niet meer zo leuk vind. Totdat ik er weer voor ga zitten en me er opnieuw helemaal in verlies.
En als zo’n prachtige pop dan gekocht wordt en iemand er blij mee is, dan is de cirkel rond en kan ik weer opnieuw beginnen. Dat is dan meestal wel met een goed humeur trouwens. Zo wakker worden zoals vanmorgen, dat gebeurt me niet zo vaak.