Het was al laat op de avond toen Piens moeder de pop gemaakt had. Ze was moe van het lange werken en ze ging naar bed.
Ze viel al snel in een diepe slaap en midden in de nacht gebeurde er iets bijzonders.
Terwijl ze anders altijd vast sliep en pas ’s ochtends van de zon weer wakker werd, werd ze nu midden in de nacht wakker. En hoewel het midden in de nacht was, was het toch licht in de slaapkamer. Er stond namelijk een fee bij haar bed en die zwaaide sierlijk met haar toverstaf, waardoor de kamer gevuld werd met wel duizend lichtgevende gouden sterren.
Piens moeder werd er wakker van en ze knipperde met haar ogen.
“De pop die je aan het maken bent,” zei de fee, “zal ik tot leven wekken.
Zo kan ze je zelf vertellen wat ze nodig heeft om een blije en gelukkige pop te zijn.”
Piens moeder dacht dat ze droomde en ze draaide zich nog eens om.
Pas de volgende morgen werd ze weer wakker en ze dacht direct tevreden terug aan de pop die ze maakte, die in de koffer lag te wachten tot Piens verjaardag.