In het rond haken met de video uitleg
In het rond haken is helemaal niet zo moeilijk, maar je moet wel even weten hoe het werkt. In de video hieronder laat ik het je zien én leg ik het uit. Lees je liever? Dan vind je de uitleg ook in de tekst onder de video.
Een rondje haken, een uitleg in woorden
Je begint met het maken van een opzetlus en dan haak je een ketting van vijf lossen. Je sluit de ketting met een halve vaste. Dus je steekt de haaknaald in de eerste steek van de ketting in, en dan haal je de draad door de beide lussen die je op de haaknaald hebt staan. Dan heb je een rondje met een heel kleine opening in het midden.
Dan haak je één losse voor de hoogte en daarna ga je in dat gaatje, dus in de ring van de lossen, zes vaste haken.
In de video zie je dat ik deze cirkel van vasten niet sluit en spiraalsgewijs verder haak. Als je dat fijner of mooier vindt, dan kun je de cirkel ook sluiten met een halve vaste. Als je dat doet, dan moet je dat ook bij elke volgende toer doen. Bovendien moet je dan elke toer beginnen met één losse voor de hoogte.
Als je ervoor kiest om in een spiraal rond te haken, dan kun je gewoon alsmaar verder haken. Je moet alleen wel in de gaten houden wanneer de toer eindigt en wanneer de volgende toer begint, want elke volgende toer haak je anders.
Bij de eerst volgende toer haak je twee steken per onderliggende steek. De eerste hulpsteek kun je overslaan. Als je in alle 6 de steken twee steken gehaakt hebt, dan heb je 12 steken gehaakt en dan ben ik weer bij het begin van een nieuwe toer.
Dan ga je de volgende toer verder, door om en om in de ene onderliggende steek één steek te haken en in de volgende onderliggende steek twee steken te haken. Zo haak je de hele volgende toer.
Als je het lastig vindt om het einde van de toer te zien, dan kun je daarvoor een stekenmarkeerder gebruiken.
In de daarop volgende toer haak je twee steken met allebei één steek per onderliggende steek, en dan haak je in de derde steek twee steken. Ook dat herhaal je de hele toer, dus net zolang tot je weer een volledige ronde hebt gehaakt.
In de volgende toer krijgen de eerste drie steken elk één steek en in de vierde steek haak je twee steken. En zo haak je weer een hele toer tot je weer rond bent geweest.
Bij elke volgende toer komt er een steek bij in dit schema. Dus de toer hierna krijgen niet de eerste drie maar de eerste vier steken elk één steek. En dan haak je in de vijfde steek twee steken.
In de video kun je vanaf 8 minuut 45 de uitleg van de werkwijze in de vorm van een schema bekijken.
In dat schema kun je heel goed zien dat er bij elke volgende toer één steek bij komt in elk setje en dat er bij elke toer zes steken zijn waarbij je meerdert.
Je blijft dus elke toer even vaak meerderen.
In het begin is dat bij alle steken. Dan wordt het bij één van de twee steken. Dan bij één van de drie steken. Dan wordt het bij één van de vier steken. Dan bij één van de vijf steken. Dan bij één van de zes steken. En als je verder gaat dan wordt het bij de volgende toer één van de zeven steken. En de toer daarna één van de acht steken.
En zo ga je door in datzelfde ritme. Net zolang tot je rondje het formaat heeft dat je wil. Je kunt je rondje klein houden en je kunt het heel groot maken, als je maar dit principe blijft volgen.
Oneindig veel mogelijke projecten
Zo'n gehaakt rondje kun je voor allerlei projecten gebruiken, zoals onderzetters, een tas, een broche, oorbellen, een kussen of kussenhoes, een vloerkleed, een pannenlap of een sleutelhanger.
Of...
om poppenhaar te maken, zoals dat van de pop op de foto hieronder.
Lijkt het je leuk om ook zo'n pop te leren maken?
Kijk dan op de cursuspagina bij de online cursus poppen maken.